Wie in Rotterdam woont en een inrit naar haar of zijn woning wil, moet flink in de buidel tasten. De gemeente Rotterdam rekent namelijk ‘woekerprijzen’ voor het aanleggen van een inrit. Een aanvrager - je hebt een vergunning nodig - betaalt ongeveer 4.000 euro. Dit is exclusief BTW. Een particulier betaalt dus ruim 5.000 euro en dat is voor slechts een paar uurtjes werk.

Een bewoner op Rotterdam-Zuid heeft onlangs een inrit bij zijn woning laten maken, zodat hij op eigen grond de auto kan parkeren. De Rotterdammer heeft een vergunning aangevraagd en daarbij een offerte gekregen. De werkzaamheden kunnen alleen door de aannemer van de gemeente verricht worden. Dus even zelf klussen of een aannemer inhuren is er niet bij. Dat regelt de gemeente tegen vaste tarieven blijkt.

De aanvrager heeft de offerte geaccepteerd en de factuur aan de gemeente betaald, waarna - volgens de overeenkomst - de werkzaamheden binnen dertig dagen zouden aanvangen. Maar helaas, dat duurde ruim twee keer zolang, maar wel met de excuses van de verantwoordelijke ambtenaren van de afdeling Openbare Werken. Zij konden hier niets aan doen. Op een woensdagochtend is de inrit aangelegd. De aannemer gebruikte de stenen van de particulier. Twee man begonnen om 07.00 uur en waren om 11.00 uur al met de inrit klaar. In die vier uur hebben zij ook nog even zitten schaften. Dus totaal nog geen zeven uur arbeidsloon en met de aanvraag van de vergunning en enkele administratieve handelingen op het gemeentehuis kost dit het lieve sommetje van 5.000 euro.

De betreffende Rotterdammer voelt zich bekocht en accepteert dit niet. Hij vraagt opheldering over de factuur, maar heeft ondanks enkele verzoeken nog geen antwoord gekregen. ‘’Dit riekt naar de misdaad. Waar is dit bedrag van 5.000 euro in hemelsnaam op gebaseerd? Burgers worden onnodig op hoge kosten gejaagd. De gemeente maakt gewoon misbruik van een machtssituatie.’’

De naam van de Rotterdammer is bij de redactie en bij de gemeente Rotterdam bekend.